Charles Barten een verzamelaar, restaurateur en lantaarnist met gouden handen. |
Een
gewoon woonhuis in een gewone Noord-Hollandse provinciestad, maar wanneer je er
binnengaat voel je je al snel in een andere wereld. De wereld van zo'n dikke
honderd jaar geleden. De wereld van de toverlantaarn. Vitrines met fraaie
toverlantaarnplaten aan de muren en boven, in zijn verzamelkamer planken vol
toverlantaarns, van heel klein tot heel groot. 'Er kan er niet één meer bij.'
denk je, wanneer je dat zo ziet staan, maar toch vindt Charles nog altijd wel
voor iedere nieuwe lantaarn een plekje. Lantaarns die hij soms in een
erbarmelijke staat aantreft, maar met een eindeloos geduld vaak weet op te
knappen tot ze er weer uitzien zoals ze vroeger de winkel verlieten. 'De opleiding tot instrumentmaker die ik gevolgd heb stelt mij in staat zowat elke restauratie te kunnen uitvoeren op beschadigde toverlantaarns,'vertelt Charles. 'Ook ontbrekende onderdelen kan ik meestal zelf maken.' Hoe kwam hij er toe toverlantaarns te gaan verzamelen? Charles vertelt: 'Mijn vader was filmoperateur, in een bioscoop. Ik kwam dus reeds op vroege leeftijd met de film en projectoren in aanraking en ik vond het prachtig! Ik maakte zelf met gekregen of gebietste lenzen een projector van karton. De lichtbron was een 4,5 volt platte batterij met een zaklantaarnlampje, en daarmee projecteerde ik afgeknipte stukjes bioscoopfilm die ik kreeg van mijn vader. Héél spannend! Mijn moeder en oma kochten in het begin van de jaren vijftig altijd jam van 'De Betuwe'. De bonnetjes op de potten kon je inwisselen voor boekjes over Flipje uit Tiel. Je kon ook doorsparen voor een 'Flipposcoop' waar je een lange, papieren filmstrook in kon plaatsen. Met een klein lampje achter de plaatjes kon je daarmee de avonturen van het fruitbaasje Flipje en zijn vriendjes Flapoor Olifant, Jasper Aap en Bertje Big vertonen. Het was een hele klus om er steeds weer een nieuwe strook in te zetten, maar wát een succes! Het geld stroomde binnen: een cent entree per persoon! Later kreeg ik kinematografen, die zowel toverlantaarnplaatjes als 35 mm film konden vertonen. De film was ontzettend brandbaar en zo af en toe ging er wel eens een klein rolletje in de fik. Mijn eerste toverlantaarnplaatjes waren 3 en 4 cm breed. Ze maakten een heel diepe indruk op me. Ik kon mijn fantasie bij het projecteren daarvan vrijelijk laten gaan, en leefde intens mee met de verhaaltjes op die plaatjes. Nog steeds heb ik een voorliefde voor die kleine plaatjes met de welbekende voorstellingen, en ik koester deze herinneringen. In de jaren 50 had ik ook een 35mm filmstrip-projector met filmpjes van Repelsteeltje, de Rattenvanger van Hamelen, Sjors en Sjimmie en vele anderen die te koop waren voor één gulden bij de Hema en V&D. Ook daar gaf ik voorstellingen mee.' En dat restaureren, hoe ben je daar toe gekomen? 'Ach, ik ben geboren in een volksbuurt van Alkmaar, waar luxe een onbekend verschijnsel was en iedereen dus zuinig en oppassend op zijn spulletjes moest zijn. Ook leerde je om heel inventief met de weinige speeltjes die je had om te gaan. Het herstellen en opknappen zat er dus al vroeg in. In mijn jongere jaren ben ik met mijn gezin naar Zuid Afrika geëmigreerd en heb daar bijna 25 jaar gewoond. Ook daar heb ik veel met toverlantaarns en filmprojectoren gewerkt. Ik heb ze daar ook verkocht. Terug in Nederland begon ik een curiosa- en antiekwinkel, waarvoor ik ook weer vaak projectoren restaureerde en verkocht. Later begon ik de lantaarns zelf te verzamelen en ik heb nu een heel aardige collectie, met veel lantaarnplaatjes en -platen in alle maten. Voor speciale gelegenheden geef ik ook voorstellingen, maar mijn prioriteit is nog steeds het verzamelen en restaureren. Het geeft me een geweldig gevoel te weten dat, wanneer ik er niet meer ben, ons nageslacht nog plezier kan hebben van de vele apparaten die door mij 'gered' zijn.' 'O ja,' voegt Charles er nog snel aan toe, 'ik heb ook nog een eigen toverlantaarnsite. Kijk maar eens op www.toverlantaarn.eu.' |
||
Onder de vele lantaarnplaten
die Charles bezit zijn een aantal 14 cm hoge platen, met mooie afbeeldingen van
hemellichamen, zoals deze bekend waren rond 1900. Nu heeft hij heel veel
projectoren, maar niet een daarvan is geschikt voor deze 14 cm platen. Toen hij
op een veiling een vergroter zag liggen, keek hij door het vuil en stof heen en
kocht hem. Het apparaat zag er vreselijk uit, maar omdat Charles twee
rechterhanden heeft wist hij zeker dat hij er iets moois van kon maken. |
||
De restauratie. | Dit is de toestand waarin Charles de vergroter in handen kreeg. De houten delen waren uitgedroogd, vies en vuil, de messing delen waren bedekt met een zwarte laag en soms niet eens als messing te herkennen. De behuizing en de schoorsteen waren aangetast door roest, maar gelukkig nog niet doorgeroest. De condensor en de lens lagen uit elkaar, maar de onderdelen waren wel allemaal aanwezig. | |
Charles begint met het vuil
van de houten delen te halen. Daarvoor gebruikt hij fijn staalwol en een mix van
rauwe lijnolie en terpentine in een verhouding van 1 op 10. Onmiddellijk daarop
moet het vuil met een doek of wat tissues worden weggeveegd. Daarna wordt het
hout nogmaals gereinigd met een schoon stuk fijne staalwol, ook weer met een mix
van lijnolie en terpentine, maar deze keer in een verhouding van 1 op 3. Dit
mengsel moet met een lichte druk, met de nerf van het hout mee, worden
opgebracht. Nadat het mengsel enkele uren is ingetrokken wordt het met een zachte doek
uitgewreven voor een mooie glans. De lijnolie zorgt voor een goede voeding voor
het hout en de terpentine dient als afweer tegen houtworm. Het messing poetst hij ook weer met fijn staalwol, maar nu met een metaalpoets middel. (Simichrome polish). Het is van belang regelmatig een nieuw stukje staalwol met voldoende polish nemen. Dit kost veel tijd en het is een vuil klusje, maar het resultaat is prachtig. Na enige maanden verkrijgt het messing weer zijn mooie zachte glans, die daarna alleen met een zachte doek bijgehouden dient te worden. |
||
Nadat al het houtwerk en de messing delen zorgvuldig zijn gereinigd kan met de assemblage begonnen worden. | ||
Charles gebruikt tijdens het monteren handschoenen om afdrukken van de vingers te voorkomen. Eerst schuift hij de zware condensor in zijn houder. | De condensor is gemonteerd. Omdat Charles de lantaarn wil gaan gebruiken voor het vertonen van 14 cm platen moet de originele houder voor de glasnegatieven worden aangepast. Deze is te groot en bovendien is de dikte van de houder 9 mm, terwijl de dikte van de platen die hij wil gebruiken 12 mm is. | |
De originele plaathouder. Hier kunnen glazen fotonegatieven van 9 x 12 cm en van 13 x 18 cm in vastgezet worden d.m.v. scharnierende klemmetjes. | Om de lantaarn te kunnen gebruiken voor zijn 14 cm hoge lantaarnplaten maakt hij wat latjes die hij vastschroeft op de platenhouder. | |
|
||
Met een kwastje en wat zwarte
verf worden de latjes matzwart geschilderd om reflectie van de lichtstraal tegen
te gaan. Het resultaat voldoet aan de verwachtingen. Alles past en glijd prima. Er is een stop aangebracht waardoor de plaat niet te ver door kan schuiven. |
||
De plaathouder kan nu worden gemonteerd. Vervolgens wordt vanaf de voorkant een wormstang ingedraaid waarmee het voorste gedeelte kan worden in en uit geschoven. De telescopische stangen waarover dit gedeelte glijdt zijn ook van messing en moeten natuurlijk ook eerst worden opgepoetst....... | ||
.......waarna de stangen in de houders worden geschoven. Daarna kan de voorplaat gemonteerd worden door het aandraaien van een paar ronde moeren. Het slingertje waarmee de voorplaat kan worden bewogen kan nu worden aangebracht op de wormstang. | ||
Dat zit stevig! Daarna wordt de balg ingeschoven die er voor zorgt dat er geen licht kan ontsnappen. | ||
De messing lensdelen worden op de houten houder geschroefd en daarna vastgezet op de voorplaat. | ||
Dat ziet er keurig uit! Nu komt nog een heel vervelend werkje: het verwijderen van de roest op het plaatwerk met fijne staalwol. Nadat alle roest is verwijderd smeert Charles het lamphuis en de schoorsteen in met kachelpoets. Dat moet even drogen en daarna worden opgeglansd met een droge doek. | ||
Mooi zwart is niet lelijk. De kachelpoets geeft de metalen delen een prachtige glans. Het lamphuis wordt op de grondplank aangebracht, alles wordt nog even met een doek opgewreven en daarna kan deze schitterende lantaarn met gepaste trots aan iedereen getoond worden. |
||
Het eindresultaat! foto's: Charles Barten en Liesje Jonker. |
Nog zo'n goed gelukte restauratie. | |
Zoals het was (boven) en zoals het nu is.... |
|
Een door de webmaster vervaardigde animatie met behulp van een bestaande enkelvoudige schuifplaat en een paar foto's van het gezicht van Charles. | |
©1997-2022 'de Luikerwaal' Alle rechten voorbehouden. Bijgewerkt tot 11-08-2022. |