De ontdekking van Amerika. |
|
Ca. 1900. Een serie van twaalf vierkante toverlantaarnplaten, merk en herkomst: Albemarle Series, England (zie doos hieronder). Afmetingen: ca. 8,3 x 8,3 cm. Decalcomanie. Voorzien van een dekglas en een zwart papieren omranding.
|
Beeld 1. Christophorus Columbus, een Genueesche jonge
flinke zeevaarder, had reeds, toen hij 25 jaar oud was, gesteund op de
wetenschappelijke nasporingen en de toenmaals baanbrekende
ontdekkingstochten der Portugeezen, het plan opgevat westwaarts direct
over den oceaan naar het rijke Indië te zeilen. In zijn geboortestad
Genua, als ook aan het hof van Portugal, in welk land hij door zijn
huwelijk een tweede vaderland gevonden had, werd hij met zijn plannen
afgewezen en wendde hij zich tot het Spaansche hof, waar toen Ferdinand
van Aragonien en Isabella van Kastilien heerschten. Doch ook hier kreeg
hij in het begin geen steun.
Eerst toen het den jongen koning Ferdinand in 1492 gelukt was, aan de Moorenheerschappij in Spanje, door het innemen van de stad Granada een einde te maken, toonde deze uiterst voorzichtige heerscher zich wat milder voor de plannen van Columbus als voorheen. De onderhandelingen liepen echter weer op niets uit, en Columbus vatte reeds het plan op, Spanje voor altijd te verlaten en zijn plannen aan het Fransche of Engelsche hof te tooien, toen hij vóór zijn afvaart uit de haven van Palos nog eenmaal terugkeerde naar het daar gevestigde Franciskanerklooster en daar in een geleerden monnik, die tevens biechtvader der Koningin was, een warm bewonderaar en voorstander van zijn plannen vond. Een aanbeveling van dezen monnik bij
de Koningin, verschafte Columbus eindelijk een gewillig gehoor bij den
Koning en hij werd uitgenodigd de onderhandelingen weder te beginnen. |
|
Beeld 3.
Kort daarop schijnt het, alsof de Koning gevolg
zal geven aan de influisteringen van zijn raadgever, die Columbus echter
niet goed gezind is, en zijn toegezegden steun in zou trekken. Toen
verklaarde Koningin Isabella grootmoedig, dat zij al haar juwelen zou
verpanden ter bestrijding der onkosten en in ieder geval, voor zoover het
haar eigen Koninkrijk Kastilien betrof het verdrag niet zou verbreken.
Hier door liet de Koning zich eindelijk overhalen, het bevel te geven voor
onmiddellijke en degelijke uitrusting der expeditie.
Beeld 4. Columbus
vaart op den 3en Augustus van het jaar 1492 uit de haven van Palos met
drie oorlogsschepen, zoogenaamde Karavellen, op de Kanarische eilanden
aan, om van daar uit, op den 6en September van het zelfde jaar, de groote
tocht over de westelijke, tot toen toe niet bevaren wereldzee, aan te
vangen. |
|
Beeld 5.
Columbus ontdekt midden in de nacht een ver
verwijderd licht, dat zich heen en weer bewoog en spiegelt zijn
vertwijfelde bemanning een spoedige landing voor.
Beeld 6.
Werkelijk klonk een paar uren daarna, in de
vroege morgen van 12 October, de vreugde kreet. „Land, Land" ! uit
de mond van den uitkijk in de mast en onder vreugde tranen zingt de
geheele bemanning het danklied „Heergod, wij loven U !" |
|
Beeld 7.
Columbus neemt bezit van de ontdekte
westindische eilanden : Guanahani, Cuba, Haiti en andere kleine eilandjes,
laat overal de spaansche vlag hijschen en dwingt de inboorlingen door het
afvuren van kanonnen het noodige respect af.
Beeld 8.
Nadat Columbus met de inboorlingen en hun
hoofdlieden, Kaziken genaamd, overal heel goede ruilzaken gedaan hadden en
behalve de geruilde waardevolle voorwerpen van goud en natuurproducten,
eenige inboorlingen met zich op het schip genomen had, ving hij op den 4en
Januari 1493 de terugreis aan, die hij echter slechts met verlies van zijn
mooiste en beste schip in een vreeselijke storm, op den 15en Maart 1493,
zou eindigen. |
|
Beeld 9.
Columbus werd met groote hoffelijkheid en veel
eerbetoon door de Koning en Koningin ontvangen. Hij kreeg den titel van
Onderkoning over de nieuw ontdekte landen en er werden feesten te zijner
eer gegeven.
Beeld 10.
In een statiekoets begeleidde de Koning zelf den
nu beroemd geworden ontdekker van Amerika door de straten en overal werd
hem groote eer bewezen. |
|
Beeld 11. Maar Columbus kan geen bevrediging vinden in dat leven van genoegen en plezier, zijn ondernemingsgeest drijft hem weer, reeds na een half jaar op den 25 September 1493, ditmaal van Cadix, tot een tweede ontdekkingstocht naar de west indische eilanden, die hij reeds eerder ontdekt had. Nadat hij in 1496 voor de tweede maal teruggekeerd is, onderneemt hij in Mei 1498, een derde expeditie, waarbij hij echter door zijn benijders en haters op schandelijke wijze verraden, aangeklaagd en eindelijk zelfs in boeien geslagen werd, gelijk een gevaarlijk misdadiger. Naar het spaansche hof teruggevoerd, gelukt het hem echter spoedig, zich geheel van de tegen hem aangevoerde zware aanklacht vrij te pleiten en zijn eer terug te krijgen. Maar zijn vroegere ambten en rechten, waarop hij volgens overeenkomst recht had, kon hij, hoezeer hij daarvoor zich moeite gaf, niet meer terugbekomen. Beeld 12. Nadat hij ook een vierde ontdekkingsreis gemaakt had in het jaar 1502, die hem slechts meerdere teleurstellingen en zware verliezen gebracht had, stierf Columbus op den 20en Mei 1506 aan een hersensziekte, in een kloostercel te Valadolid, nadat zijn eenige beschermster, de Koningin Isabella, hem reeds op den 25en November 1504 naar de eeuwigheid was voorgegaan Niet dikwijls heeft een werkelijk
groot en kundig man zooveel van de karakterloosheid en afgunst zijner
medemenschen te lijden gehad als de ontdekker Columbus.
|
©1997-2021
'de Luikerwaal' Alle rechten voorbehouden. Bijgewerkt tot 12-05-2021. |