Homepage 'de Luikerwaal' Christiaan Huygens

De echte uitvinder van de toverlantaarn.
 

Hoewel het een bijna onuitroeibare traditie is Athanasius Kircher te beschouwen als de uitvinder van de toverlantaarn, zijn er toch een aantal goede redenen om zijn kandidaatschap in twijfel te trekken. Het bewijs dat Kircher de uitvinder is, zou moeten worden gevonden in zijn boek Ars Magna Lucis et Umbrae (De grote wetenschap van licht en donker). In de eerste editie van zijn boek, gepubliceerd in 1646, treffen we echter niets aan op het gebied van projectielantaarns. Niets wijst op een samenstelling van lichtbron, lantaarnplaat en projectielens, in die volgorde. De gravures waar de argumentatie op gebaseerd is, komen voor in de tweede editie, die in 1671 in Amsterdam gedrukt werd. In die tijd werden toverlantaarns al zeer regelmatig beschreven. Bovendien laten de tekeningen van Kircher wel een erg vreemde toverlantaarn zien: De lenzen zijn op een eigenaardige manier geplaatst (lees ook: Het raadsel van de verkeerd geplaatste lenzen).

Er valt heel wat te zeggen voor het schenken van de eer aan iemand anders: de Nederlandse wetenschapper Christiaan Huygens.

Christiaan Huygens, geboren op 14 april 1629 in Den Haag, was een Nederlandse wiskundige, astronoom en natuurkundige die, onder andere, de golftheorie van het licht tot stand bracht, de echte vorm van de ringen van Saturnus ontdekte en het slingeruurwerk uitvond. Hij probeerde ook een motor te construeren door gebruik te maken van de explosieve werking van buskruit.

Huygens kwam uit een welvarende en voorname familie. Al op jonge leeftijd toonde Christiaan een opvallend grote aanleg voor mechanica en een talent voor tekenen en wiskunde. In 1645 ging hij naar de universiteit van Leiden, waar hij wiskunde en rechten studeerde. In 1655 bezocht hij voor de eerste keer Parijs, waar zijn voorname afkomst hem toegang verschafte tot de hoogste intellectuele en maatschappelijke kringen. Hij woonde in Parijs van 1666 tot 1681.

De eerste verwijzing naar een projectielantaarn vinden we in Huygens manuscript van 1659 (Oevres completes, deel XXII). In een korte en waarschijnlijk onvolledige opsomming van zijn uitvindingen wordt la laterne magique genoemd, de toverlantaarn. Meer verwijzingen naar bezigheden van Huygens die verband houden met de toverlantaarn vinden we in hetzelfde deel van zijn Oevres, pag. 197. Brief met schets van projectielantaarn 
      van P. Petit aan HuygensOp deze pagina staan negen schetsen, vier daarvan omcirkeld, van skeletten in houdingen van levende personen, met het bijschrift: “Pour des répresentation par le moyen de verres convexes à la lampe” (Om te vertonen met behulp van convexe glazen op de lamp).  Ook de correspondentie met zijn vriend, de Franse ingenieur P. Petit, bevat veel verwijzingen naar de toverlantaarn. In november 1664 informeerde Petit naar de afmetingen en de constructie van de lantaarn van Huygens. Deze brief is bijzonder interessant omdat zij de oudste schets van een toverlantaarn bevat, voor zover bekend. Waarschijnlijk gaat het over de lantaarn die hij gebruikte om de plaatjes van de skeletten te projecteren.

Het is opmerkelijk dat Huygens helemaal niet trots was op zijn uitvinding. Toen zijn vader, Constantijn sr., die aan het Franse Hof werkte, een lantaarn bestelde, deed hij er alles aan er onderuit te komen. In een brief aan zijn broer Lodewijk (1662) legt hij uit waarom: “…… ik schaam mij omdat op die manier uit zal komen dat zij van mij komt. De mensen zijn aardig genoeg om bewondering te veinzen, maar later drijven ze er de spot mee, en niet zonder reden.” Wanneer hij er echt niet meer onderuit komt, stuurt hij de lantaarn naar zijn vader, maar vraagt zijn broer sabotage te plegen “door een van de twee lenzen die dicht bij elkaar zitten te verwijderen, zodat er slechts twee lenzen overblijven, aangezien er in totaal drie zijn.” Wanneer hij om hulp gevraagd wordt, doet hij alsof hij vergeten is hoe zijn lantaarn in elkaar zat: “……waarvan ik de lenzen lang geleden verwijderd heb en mij niet meer herinner hoe ze zaten.”

Wanneer we afgaan op de beschikbare informatie is de conclusie gerechtvaardigd dat Christiaan Huygens alle onderdelen van een projectielantaarn samenvoegde, en tevens dat hij dat in elk geval niet later deed dan in 1659. Hij moet dus beschouwd worden als de echte uitvinder, hoewel Huygens er zelf alles aan deed dit geheim te houden.


Goudkleurige herdenkingspenning, 40 mm Ø, Opschrift: KONINKRIJK DER NEDERLANDEN , wapen met lauwerkrans. Keerzijde: CHRISTIAAN HUYGENS 1629 - 1695. Portret met slingeruurwerk en hemellichaam.
Nederlands vijfentwintig gulden biljet met het portret van Christiaan Huygens.


De gezondheid van Huygens was nooit goed en hij leed aan steeds terugkerende ziektes. De laatste vijf jaar van zijn leven werden gekenmerkt door toenemende gevoelens van eenzaamheid en melancholie. Hij overleed op 8 juli 1695 in zijn geboorteplaats Den Haag.
  English version......  Wat is er nieuw op de site?  ©1997-2021 'de Luikerwaal'
Alle rechten voorbehouden.
Bijgewerkt tot 16-05-2021.
Naar bovenrand pagina......