Homepage 'de Luikerwaal' Lees- en signaallampen.
Hoe de man bij het scherm kon communiceren met de man bij de lantaarn.
Vanouds bestonden voorstellingen met de toverlantaarn vrijwel altijd uit een combinatie van beeld en geluid: het beeld dat geproduceerd werd met de toverlantaarn en het daarbij behorende geluid van de menselijke stem die ingezet werd om de vertoonde beelden te verduidelijken of amusanter te maken. De eenvoudige, vaak rondtrekkende, kermisgasten bedienden zelf hun toverlantaarn en de bijbehorende lantaarnplaten en gaven doorbij ook zelf het commentaar met verhaaltjes, interessante feiten, grappen en wetenswaardigheden. Soms werd er, vaak door een helper, ook muziek bij ten gehore gebracht met een eenvoudig instrument als een buikorgeltje of een speeldoosje.

Rond de tweede helft van de 19e eeuw kregen de voorstellingen een ander karakter. De 'lezingen' werden steeds vaker gegeven in grote zalen, voor verenigingen en instituten. Er kwam een duidelijke taakverdeling. De man die de voorstelling presenteerde was soms een amateur, maar steeds vaker een professional, gekleed in een net pak. Zijn belangrijkste taak bestond uit het leveren van tekst en uitleg bij de getoonde beelden. Hij stond naast het scherm, met zijn gezicht naar de toehoorders, terwijl de lantaarnist aan het andere eind van de zaal de lantaarn bediende en de platen wisselde. Er was behoefte aan een goede communicatie tussen de explicateur en de lantaarnist. Om te voorkomen dat de explicateur steeds weer het voor het publiek zeer storende 'volgende plaat alsjeblieft' moest roepen werd er gezocht naar allerlei manieren om de lantaarnist op een andere manier duidelijk te maken dat de plaat moest worden gewisseld, zoals een kleine ping van een bel of de klik van een in de hand van de spreker verstopte metalen klikkertje, maar deze oplossingen veroorzaakten natuurlijk nog steeds een storend geluidje.
Wisselklikker. Misschien wel het simpelste apparaatje waarmee kan worden aangegeven dat de volgende plaat moet worden vertoont. Er moet geklikt worden in één richting en daarna in de andere; het metalen plaatje keert dus niet automatisch naar het startpunt terug.
 
Een betere manier van communiceren werd gevonden in de elektrische signaalgever voor lezingen, die onder meer werd vervaardigd door Primus.

Elektrische signaalgever voor lezingen.


Dit was een op zich zelf staand apparaat dat bestond uit een houten kistje waarin een metalen spoel met een lang elektrisch snoer, een batterij en een klein gloeilampje zijn aangebracht. Het snoer werd uitgerold tussen de spreker en de operateur. Wanneer de spreker de knop aan het einde van het snoer indrukt, flitst het lampje in het doosje op, waardoor de operateur weet dat hij de platen kan wisselen. Aan het eind van de voorstelling werd het snoer met behulp van een verwijderbare kruk weer teruggespoeld in het houten kistje.
De belangrijkste verbeteringen van de uitrusting van een spreker was de leeslamp. De eerste leeslamp werd gemaakt door E.G. Wood en zijn zoon, maar daarna werden ze ook door veel andere fabrikanten gemaakt, in allerlei uitvoeringen. Ze waren vaak gemaakt van geblauwd blik en werden verlicht door een kaars, paraffine of een plantaardige olie. De eenvoudigste exemplaren waren slechts bestemd om wat licht te werpen op het boek of de papieren van de spreker. Meestal waren ze voorzien van een scharnierende metalen kap die omhoog en omlaag kon worden bewogen. Die richtte het licht op de tekst van de spreker en voorkwam dat het licht in de zaal verspreid werd. De meer uitgebreide lantaarns waren voorzien van een tweede lampje achter een roodgekleurd glas waarmee door middel van een hendeltje een stil signaal aan de operateur kon worden gegeven. Sommige waren ook nog uitgerust met een belletje. Soms was de lamp op een leesstandaard gemonteerd.
 

 

 
Deze metalen kap werd tijdens het geven van een voorstelling bovenop een kandelaar met kaars geplaatst, zo dat het licht van de kaars op de tafel werd geworpen waardoor de lantaarnist in het donker toch de voor te dragen teksten kon lezen.

Eenvoudiger kon het bijna niet. Deze bijzonder eenvoudige leeslamp heeft geen signaleringsfunctie.

 

Deze eenvoudige leeslamp werd tijdens een toverlantaarnvoorstelling gebruikt door de verteller van de verhalen bij het lezen van de teksten in het donker, maar hij kon ook nog even een hendeltje aan de achterkant omhalen en gaf daarmee de lantaarnist een teken dat de volgende lantaarnplaat vertoond moest worden.
 
Olielamp voor lezingen.

Een lees/signaal-lamp uit de periode 1890-1900. De lamp gebruikt paraffine en brandt ongeveer een uur op één vulling. In een van de wanden is een rode lens aangebracht die wordt afgesloten door een sluiter, maar kan worden vrijgegeven door het optillen van een koperen hendeltje, als teken voor de lantaarnist dat hij de volgende lantaarnplaat kan laten zien. De papieren van de spreker worden verlicht door het met een kap afgeschermde licht van de lamp. Met een glasplaat wordt de vlam bij het papier weggehouden.
De lamp is ruim 30 cm hoog
 




 


Signaallamp gemaakt door W.G. Hughes, Londen. De operateur kon worden gewaarschuwd met de bel of door de afdekking van de rode lens kortstondig te verwijderen. Hoogte 26 cm.
 
De lees- en signaallamp hieronder is het model The Albolux, patent No. 1365, gemaakt door Lancaster met een bel en een door middel van een handeltje werkende flasher waarmee een signaal kon worden gegeven aan de lantaarnist. De lamp is 27 cm hoog.

 

 

 
Deze leeslamp van de Amerikaanse fabrikant J.B. Colt & Cois opvallend smal. De zwart geschilderde lamp is versierd met gouden lijnen. Afmetingen ongeveer 23 x  7,6 x 5 cm.
 
Nog wat lees- en signaallampen.
 

 
 
  English version......  Wat is er nieuw op de site?  Handleiding voor deze web site.... ©1997-2022 'de Luikerwaal'
Alle rechten voorbehouden.
Bijgewerkt tot 29-09-2022.
  Naar bovenrand pagina......