Gale Wollenberg lantaarnbouwer in de 21ste eeuw. |
Gale Wollenberg Topeka, Kansas, U.S.A. Het begon allemaal met een verhaal in een stripalbum dat Gale als jongen eens las. Het boek vertelde de geschiedenis van een tovenaar die met behulp van een toverlantaarn een geest opriep. Nu, jaren later, is Wolleberg, met toverkunst als hobby en het instrumentmaken als beroep, bezig deze fascinerende apparaten opnieuw te scheppen in zijn tot werkruimte verbouwde garage in Topeka, U.S.A. |
Een
tijd geleden, in 1998, was ik wat aan het surfen op het internet en voerde op een
gegeven moment een aantal zoektermen in, in mijn favoriete zoekmachine. Ik zocht naar informatie
over 'toveren' en 'tovenaar' en er verschenen toen ook een aantal adressen van sites
op het scherm die verband hielden met toverlantaarns. Aangezien mijn vroegste herinneringen teruggaan naar een verwijzing naar een toverlantaarn in een stripverhaal over een tovenaar, besloot ik toch maar eens een kijkje te nemen op deze toverlantaarnsites. Drie van deze sites vond ik echt indrukwekkend; één daarvan was 'de Luikerwaal'. Ik ontdekte daarna al snel de site van de British Magic Lantern Society en nog een paar andere toverlantaansites en begon met het versturen van e-mailtjes naar de eigenaars van deze sites met allerlei vragen over toverlantaarns. Al gauw daarna wilde ik zelf ook zo'n apparaat bezitten en aangezien ik van beroep instrumentmaker ben, was de goedkoopste manier om de eigenaar van een toverlantaarn te worden er zelf een te bouwen van wat bij elkaar gescharrelde onderdelen. Niet lang daarna had ik mijn eerste lantaarn gebouwd en maakte meteen al weer plannen voor het maken van de volgende. Met het bouwen van lantaarns ben ik begonnen in 1999. Wat later ging ik ook zelf lantaarnplaten maken en begon met het geven van voorstellingen. Ik ging ondertussen verder met het vervaardigen van replica's van toverlantaarns: een bi-unial van Ross, een paar lantaarns van L.J. Marcy en daarna nog een derde Marcy, een aantal bewegende lantaarnplaten en chromatropen, en een paar Japanse "furo's" waarmee ik "minwa-za shows geef. De projectors die ik gebouwd heb zijn voor 95 procent gemaakt van hergebruikte materialen. Het hout komt van oude eikenhouten kratten en het messing vond ik op een terrein waar groot vuil wordt opgeslagen. De lenzen kunnen zich ook verheugen in een tweede loopbaan: een aantal daarvan komt uit afgedankte kopieerapparaten. Wanneer een lantaarn helemaal af was, moest ik de lenzen wel wat bijstellen, zodat het beeld kon worden scherpgesteld bij een afstand van zo'n twaalf meter, een goede afstand wanneer er voorstellingen worden gegeven voor grotere groepen. Ik moest in die tijd regelmatig het wiel opnieuw uitvinden en moest heel wat afprutsen voordat ik iets voor elkaar had. Uiteindelijk besloot ik een enkelvoudige uitvoering te maken van een bi-unial met naast elkaar staande lantaarns, waarvan het origineel rond 1850 in Duitsland gemaakt is. De reden waarom ik deze replica bouwde was dat ik een lantaarn wilde hebben die representatief was voor de periode van 1800 tot 1850. Dit moest namelijk het apparaat worden waarmee ik de lantaarnplaten van de expeditie van Lewis en Clark zou kunnen vertonen op de plaatselijke scholen, ter gelegenheid van de herdenkingen die plaats vinden omdat het tweehonderd jaar geleden is dat zij hun befaamde ontdekkingsreis maakten. Ik maakte ook nu weer de lantaarnplaten zelf. Ik ben daarvoor altijd op zoek naar fraai geïllustreerde boeken die voor 1900 zijn uitgegeven. Publicaties die zo oud zijn, worden niet meer beschermd door het copyright. Ik maak eerst een fotokopie van de illustratie op papier. Dan kleur ik die tekeningen in en maak een fotokopie op een doorschijnend vel, waarbij ik dan meteen de afbeelding verklein naar de juiste afmetingen voor een lantaarnplaat, 8 bij 8 centimeter. Aangezien het voornamelijk gravures zijn, zijn ze bijzonder goed op een transparant over te zetten. Ik heb zo ook mijn eigen lantaarnplaatversie gemaakt van "A Christmas Carol" van Charles Dickens . |
De expeditie van Lewis en Clark (1804–06): de eerste Amerikaanse expeditie over land naar het kustgebied van de Stille Zuidzee en terug. Deze werd uitgevoerd onder leiding van kapitein Meriwether Lewis en luitenant William Clark, die dagboeken en kaarten mee terug brachten met zeer veel waardevolle informatie. |
De lantaarn werd gebouwd in ongeveer twee weken echte werktijd, maar werd nog wat vertraagd doordat eerst nog een vriend van me, die in het bezit was van een houtzaagfabriek, niet in staat was tussen zijn commerciële werkzaamheden door mijn zwarte walnoothout tot planken te zagen. Toen dat eenmaal gebeurd was schaafde een andere vriend met een schaafmachine het hout tot de vereiste dikte van 1,5 centimeter. Daarna moest ik alles op maat maken en de zwaluwstaart verbindingen uitsnijden, wat natuurlijk allemaal met de hand gebeurde. Daarna maakte ik de deurpanelen, die van het overlappende type zijn, en lijmde ze in elkaar. Deze panelen moesten daarna nog geschaafd en geschuurd worden totdat ze precies in het lamphuis van de lantaarn pasten en beiden werden stevig met elkaar verbonden met houtschroeven. Toen werd het gat voor de condensor afgetekend en moest het gat van 7,5 cm worden uitgezaagd met behulp van een gatenzaag en een speciaal stuk gereedschap dat ik maakte om een opening te frezen waarin de condensorlens kon worden bevestigd. Dit is weer zo'n voorbeeld van wat ik zoal gebruik als behuizing voor de lenzen. Ik gebruikte hiervoor de roestvrij stalen flens van een gootsteenzeefje. Aangezien de oudere lantaarns ronde lantaarnplaten gebruiken, gevat in een houten frame, en niet groter zijn dat zo'n 7 centimeter in diameter, hoeven de condensors niet groter te zijn. Dat wetende kan iemand dus de condensorlens gebruiken uit een gesloopte grootbeeld projectie tv. De buitenste lenzen zijn meestal gemaakt van plastic, maar de lens in het midden is precies plano/convex en meestal iets groter dan 7 centimeter. Vervolgens werd het hele lamphuis in elkaar gezet en de delen die de objectieven op hun plaats moesten houden werden uitgezaagd en van er uitstekende groeven voorzien. Dezelfde delen vormen het voorste gedeelte van de houder voor de lantaarnplaten. Daarna moest de taps toelopende objectief lenskoker en de tweedelig taps toelopende koperen schoorsteen nog gemaakt worden.Het meest vervelende en tijdverslindende karwei was het maken van de 31 houten frames voor de lantaarnplaten. De originelen waren cirkelvormig, maar ik koos voor het vierkante model, omdat dat gemakkelijker was en ook omdat het later eenvoudig zou zijn de Lewis en Clark-platen te vervangen door die van een ander verhaal. De lichtbron is een100 watt halogeenlampje. De originele lichtbron was waarschijnlijk een Argand lamp. Ik heb concessies gedaan aan de moderne tijd vanwege de veiligheid. De traditionele verlichting - olielampen, kaarsen - zijn te gevaarlijk, in het bijzonder wanneer gewerkt wordt in het donker en het komt ook nogal eens voor dat zij een rookalarm laten afgaan. |
Furo: Volgens de overleveringen werd de toverlantaarn door de Nederlanders naar Japan gebracht in de 17e eeuw. De Japanners maakten er een eigen versie van en noemden die 'furo', naar een badkuip van een soortgelijk model. Deze eenvoudige houten toverlantaarns werden gebruikt in Japanse toverlantaarnvoorstellingen van 1803 tot ca 1900. Elke furo-lantaarn werd tijdens de show door een aparte lantaarnist in de hand gehouden en projecteerde de afbeelding van een enkele figuur of een onderdeel van een scène. De houten constructie beschermde de artiesten tegen de hitte van de kaars of olielamp. Bijzondere lichteffecten konden worden gemaakt met behulp van een lapje stof dat als een gordijntje aan de bovenkant van de vierkante lenshouder was bevestigd. Ook aan de achterkant bevond zich een gordijntje, in plaats van een deurtje, waardoor de olielamp gemakkelijker bereikt kon worden. |
HIJ DOET HET!!!! |
©1997-2021
'de Luikerwaal' Alle rechten voorbehouden. Bijgewerkt tot 15-05-2021. |