Homepage 'de Luikerwaal'

Deel 1.

Lantaarnplaten en -plaatjes
 

DEEL 1:
VERVAARDIGING VAN DE AFBEELDINGEN

Het begin
Schaduwbeelden
Handgeschilderde platen
Transparante verven
Kunstschilders
Productiemethoden
Onderwerpen
Decalcomanie
Plakplaatje
Serieproductie
Doe-het-zelf
Diapositieven
Natte platen
Woodburydruk
Levende figuren
Fotogrammen
Bijzondere methoden

DEEL 2:
ENKELVOUDIGE LANTAARNPLATEN
Gevat in houten panelen
Houtsoorten
Lange glazen
Omraming
Gebrek aan normalisatie
Cirkelvormige afbeelding
Panoramaglazen
Series
8,3 x 8,3 cm formaat
Wereldformaat
Series
Primus Junior Lecturers
Projektion für Alle
Begeleidende teksten
Ronde lantaarnplaten en andere formaten

DEEL 3:
SAMENGESTELDE PLATEN
Beweegbare platen
Musschenbroek
Mechaniekjes
Hebelbilder
Schuifplaten
Bewegende landschappen
Veranderende beelden
Overvloeiers (dissolving views)
Sneeuwval
Chromatropen
David Brewster
Caleidoscoop




VERVAARDIGING VAN DE AFBEELDINGEN



Het begin:


Er is erg weinig bekend over de manier waarop,hein en door wie, lantaarnplaten vervaardigd werden in de begintijd van de Laterna Magica. De kwetsbare, glazen platen hebben de eeuwen niet doorstaan en beschrijvingen en afbeeldingen uit de zeventiende eeuw houden zich meer bezig met het apparaat, de toverlantaarn, dan met de geprojecteerde platen. Waarschijnlijk werden zij door de mensen die hiermee experimenteerden zelf gemaakt.

Al voor de komst van de toverlantaarn kende men het gebruik van schaduwbeelden. Ook Athanasius Kircher gebruikte aanvankelijk in zijn primitieve toverlantaarn trekpoppen, uitgeknipte letters, duivelskoppen en zelfs levende vliegen om daar schaduwbeelden mee te creëren. Dit idee, zwarte, ondoorzichtige afbeeldingen op een doorzichtige onderlaag, werd waarschijnlijk ook toegepast bij de eerste lantaarnplaten.


Handgeschilderde platen:

Van Christiaan Huygens weten we dat hij lantaarnplaatjes op glas maakte, en ook in oude boeken zien we dat er gebruik werd gemaakt van speciaal voor de toverlantaarn gemaakte platen.

Als onderlaag werd voornamelijk glas gebruikt, maar er werd ook wel geschilderd op geolied papier. Eerst schilderde men alleen schaduwbeelden met zwarte verf, maar al snel werden er ook verven in verschillende kleuren gebruikt. Een vereiste was natuurlijk dat de kleuren transparant waren. Napelsgeel, Pruisisch blauw en karmijn bijvoorbeeld waren hier zeer geschikt voor. Over de verf werd, ter bescherming, nog een laagje transparante lak aangebracht; later werd hiervoor ook wel een tweede glas, een dekglas, gebruikt. (zie de serie Le Petit Chapperon Rouge, Roodkapje)

De eerste toverlantaarns hadden zwakke lichtbronnen; een kaars of een klein olielampje. Men slaagde er in de plaatjes beter te laten uitkomen door rond de doodgeschilderde figuren het overblijvende deel van de glasplaat te beschilderen met zwarte verf, waardoor het licht werd tegengehouden. De plaatjes werden aanvankelijk door de lanternist zelf gemaakt. Ook de instrumentmakers en opticiens die toverlantaarns vervaardigden en verkochten, schilderden meestal zelf de bijbehorende plaatjes. Later werd het een vak apart: kunstschilders werden speciaal opgeleid voor het vervaardigen van handgeschilderde platen bij bedrijven die hun orders kregen van de toverlantaarnfabrikanten. Het was een uiterst precies werkje: de kleinste foutjes werden immers  tijdens de projectie onbarmhartig uitvergroot. Hoewel er zich onder deze handgeschilderde platen echte kunstwerkjes bevinden, kwam het maar zeer zelden voor dat een schilder zijn werk signeerde.

Rond 1820 kwam de toverlantaarn- en lantaarnplatenindustrie goed op gang. Philip Carpenter, van de Britse onderneming Carpenter & Westley, bedacht een procédé om lantaarnplaten fabrieksmatig te vervaardigen. De omtreklijnen van de af te beelden figuren werden in koperplaten gegraveerd. Vervolgens werden de lijnen op glas afgedrukt en tenslotte ingebrand of geëtst. De figuren werden daarna met de hand ingekleurd. Deze periode was de overgang van het geheel handmatig vervaardigen van platen, naar het industriële tijdperk.

In Duitsland werden handgeschilderde platen gemaakt door Liesegang in Düsseldorf, Talbot in Berlijn en Unger & Hoffmann. De Londense firma’s Newton & Co en E.G. Wood gebruikten modernere productiemethoden en brachten tussen de 150.000 en de 200.000 platen op de markt.pikant

Als onderwerpen werden vaak griezelbeelden (de duivel, de dood) en actualiteiten (de grote brand in Londen) gebruikt, maar ook ‘ondeugende vertellingen’ waren zeer populair (er is echt niets nieuws onder de zon).
 

Decalcomanie:

Decalcomanie is een methode om afbeeldingen die spiegelbeeldig op een blad afgedrukt staan, op glasplaten over te brengen (plakplaatje). Hierdoor werd het mogelijk een enkele afbeelding op betrekkelijk eenvoudige manier te verveelvoudigen. Het seriematig produceren van lantaarnplaten was hiermee een feit geworden.  Het procédé werd in het begin voor het versieren van porselein gebruikt, later ook voor lantaarnplaten. Ook hier werden aanvankelijk alleen de contouren van de figuur op de glasplaat gedrukt, die later verder met de hand ingekleurd werden. Daarvoor werden ook wel sjablonen gebruikt. Allerlei technieken werden ontwikkeld om de tekeningen op het geprepareerde decalcomanie-papier aan te brengen. Eerst werden daarvoor gegraveerde of geëtste koper- of zinkplaten gebruikt; later, na de uitvinding van de lithografie, ook kalksteen. Toen werd het ook mogelijk in kleuren te drukken.

De komst van het glasnegatief, waarmee ‘photographiën op glas’ konden worden gemaakt, heeft het gebruik van decalcomaniën voor lantaarnplaten niet nadelig beïnvloed. Het fotografisch afdrukken in kleuren was toen immers nog niet mogelijk. Pas tijdens de tweede wereldoorlog heeft de decalcomanie-techniek langzaam plaats moeten maken voor de kleurendia, zoals we die nu nog kennen.

De decalcomaniën werden meestal ‘klaar voor gebruik’, op het glas geplakt, geleverd, maar er waren ook vellen plakplaatjes in de handel voor de doe-het-zelvers.

De Gelatinebeelden werden vervaardigd en verkocht door Gebrüder Bing Nürnberg. Op de envelop is het handelsmerk van G.B.N. afgedrukt, dat van 1890-1906 gebruikt werd.

De afbeeldingen op de gelatinevellen waren gelijk aan die op de glazen lantaarnplaten die door Bing werden uitgebracht.
Instructies
voor het aftrekken van de Laterna Magica-beelden op glas.


De gelatine wordt dun opgelost in lauw water en warm gehouden.  Deze oplossing wordt met een penseel op de af te trekken beeldstrook aangebracht (beeldkant), die vooraf is ingewreven met talkpoeder (Talcum venetum) om te voorkomen dat de oplossing zich vanaf het afbeeldingoppervlak verspreidt. Plaats vervolgend de afbeelding op het schoongepoetste glas, druk het goed aan en laat het ongeveer een half uur drogen.

Voor het aandrukken van het beeld gebruikt u een zachte prop stof door deze vanuit het midden naar de rand toe stevig aan te drukken om het ontstaan van luchtbellen te voorkomen.

Het papier wordt vervolgens voortdurend doordrenkt met een matig vochtige spons of doek terwijl er voortdurend op wordt gedrukt en vervolgens wordt het glas met de afbeelding door water getrokken. Het papier lost zich daarna op van het beeld en kan nu voorzichtig verwijderd worden.

Het slijm dat op het beeld achterblijft wordt met een vochtige spons verwijderd.

Om de afbeeldingen beter tegen beschadigingen te beschermen is het raadzaam ze, zodra ze volledig droog zijn, met een harddrogende vernis te bestrijken.
Diverse fabrikanten verkochten ook een speciale kleurdoos voor het kleuren van lantaarnplaatjes, met o.a. tuben transparantverf en penselen, geschikt voor het helemaal zelf schilderen, of het bijwerken van beschadigde plaatjes.
Diapositieven:

Al vanaf 1850, tijdens de ‘natte platen periode’ uit de geschiedenis van de fotografie, werden er al diapositieven gemaakt. Na 1874, toen men met droge platen ging werken, kwam dit pas goed op gang. In 1864 kreeg Walter Bently Woodbury een patent op de methode om van een origineel fotonegatief een reliëf te maken in bichromatische gelatine. Dit reliëf werd onder druk op een loden plaat geperst om er een mal van te maken. Met deze mal konden 120 kopieën per uur worden vervaardigd. Na 1890 werd de Woodburydruk vervangen door mechanische reproductiemethoden waarmee ook halftonen konden worden verkregen. Behalve in zwart-wit werden de diapositieven ook geleverd in beits- of sepiakleuren. Meestal werden serie platen in twee verschillende versies uitgebracht, een zwart/witte versie en een met de hand met transparante verven ingekleurde versie. Die laatste was natuurlijk een stuk duurder omdat het inkleuren nogal wat mankracht en tijd vergde. Dit tinten van de platen werd altijd door meerdere mensen gedaan en die waren vrij in de keuze van kleuren die ze gebruikten. Zo kon het gebeuren dat de hoofdpersoon in de ene serie een rode japon droeg en in een andere een groene. Dit was wel eens lastig wanneer een plaat gebroken was en vervangen werd door een plaat uit een andere serie. Dan kon het gebeuren dat zelfs binnen één en de zelfde serie mensen plotseling anders gekleed gingen. De onderstaande platen laten duidelijk deze vrijheid van kleurenkeuze zien:

De onderwerpen waren heel verschillend. Bijzonder geliefd waren de ‘levende figuren’, een soort ‘tableaus vivant’ waarmee hele verhalen werden uitgebeeld. De levende personen spelen tegen een achtergrond van geschilderde decors, maar ook in de natuur. Vooral bijbelse verhalen werden op die manier, compleet met levende os en ezel, nagespeeld in een Europees landschap.

Ook werden dikwijls beroemde kunstwerken (beelden en schilderijen) en illustraties uit boeken en tijdschriften afgebeeld. Veel series waren gewijd aan verre landen en steden. Het was in de tijd waarin buitenlandse vakanties en televisieprogramma’s onbekend waren, meestal de enige mogelijkheid een onbekend buitenland te bekijken.

In de catalogi van na 1900 treffen we ook ‘fotogrammen’ aan. Dat waren fijn getekende afbeeldingen die fotografisch, door middel van contactdruk, verveelvoudigd zijn. Zo te zien bekommerde men zich niet al te zeer om het ‘copyright’ van de oorspronkelijke artiest. Vrijwel alles wat voor publicatie in boek, tijdschrift of krant geschikt was, kwam in aanmerking als onderwerp voor een lantaarnplatenserie.


Verder.....
 
  English version....  Wat is er nieuw op deze site?  ©1997-2024 'de Luikerwaal'
Alle rechten voorbehouden.
Bijgewerkt tot 16-04-2024.
Bovenrand pagina......  Volgende pagina.....