Homepage 'de Luikerwaal' Gérard A. P. van den Akker
een gedreven lantaarnist uit lang vervlogen tijden
Met dank aan Charles Barten voor het leveren van een groot aantal illustraties.
Het is zo lang geleden, begin jaren 70 van de vorige eeuw, dat het nog maar een vage herinnering is. Als beginnend verzamelaar, in het bezit van nog maar één of twee toverlantaarns, had ik de trein naar Amsterdam genomen om op bezoek te gaan bij Gérard A.P. van den Akker die daar in de Balistraat een echt Amsterdams bovenhuis bewoonde.
Dat bovenhuis was helemaal gevuld met toverlantaarns. Op kasten, tafels en op de vloer, waar je ook keek, stonden toverlantaarns en allerlei attributen. Gérard toonde ze mij met zichtbaar plezier, vertelde er van alles over en liet zien hoe zij werkten. Voor mij was dat genieten. Ik wist er nog maar zo weinig van, dat vrijwel alles nieuw voor mij was. De tijd vloog om en toen ik echt weg moest omdat ik anders de laatste trein naar huis niet meer zou halen, stelde zijn vrouw Suus voor dat ik zou blijven slapen. Dat heb ik niet gedaan, maar het demonstreert de hartelijke wijze waarop ik daar toen werd ontvangen.
 
Gérard Antoine Pierre van den Akker werd in 1929 geboren in Amsterdam en werkte jarenlang als grafisch tekenaar. Zijn eerste voorstellingen waren voor zijn dochtertje, met een toverlantaarn die hij van een collega had gekregen. 'Ik hou niet van televisie en zocht naar iets wat de fantasie van het kind zou kunnen prikkelen. Iets dat nog een beetje romantiek heeft.'  Aanleiding tot zijn fascinatie voor de toverlantaarn was een bezoek aan de toen 73-jarige Peter Bonnet, de gepensioneerde directeur van een nijverheidsschool in het Friese Sloten. Bonnet had een enorme verzameling toverlantaarns opgebouwd waarvan maar weinig mensen het bestaan wisten. Het contact tussen beide mannen leidde tot de oprichting van een tweemansgenootschap met de naam 'Laterna Magica' en de opening van een museum in het woonhuis van Bonnet. Van den Akker begon als 'explicateur' voorstellingen met de toverlantaarn te geven en deed dit op een zo authentiek mogelijke manier.
 
Zo placht hij zich tijdens het vertonen van het 'Verslag eens Brand, een bloedstollend ooggetuige-verslag van een hevigen brand anno 1880', te hullen in de kleding van een brandweerman uit die tijd en bij 'Met oom op Safari, een reis door geheimzinnig Afrika en mysterieus India' droeg hij een tropenpak en om het zo waarheidsgetrouw mogelijk te maken deelde hij ook nog eens bananen onder het publiek uit.
 


 
De Stichting Laterna Magica gebruikte als logo een afbeelding van een kromme, dwergachtige lantaarnist uit 'Het Groote Tafereel der Dwaasheid'. Deze figuur, die door Gerard consequent als 'Luikerwaal' werd betiteld, wordt in het boek de 'Actieuse Nacht-wind-zanger met zijn Tover Slons' genoemd.

Op deze afbeelding is goed het molentje op zijn wandelstok te zien. Hieraan is de uitdrukking 'met molentjes lopen' ontleend.

 
Aanvankelijk verzorgde Gérard de voorstellingen alleen, maar rond 1972 werd hij bijgestaan door Cornelis Hendrik van der Poll, die als lantaarnist de dubbele toverlantaarn bediende terwijl Gérard als explicateur de bijbehorende verhalen vertelde. Dit alles ondersteund door speeldoosmuziek en het melancholische geluid van een oude koffergramofoon.
 


 
Wanneer Gérard een serie plaatjes in handen kreeg waarvan hij het verhaal niet kende, plaatste hij soms een oproep in de krant voor oudere mensen die misschien zouden weten waar het over ging.

Dat was ook het geval met 'Het Jurkje'. Hij kreeg talloze telefoontjes van mensen die zich het 'jurkje herinnerden, een voordracht voor bruiloften en partijen van Eugène Manuel, vertaald en bewerkt door J.L Wertheim.

Het is een echte tranentrekker: het verhaal van twee ongelukkige mensen die uit elkaar willen gaan, de boel gaan verdelen, maar het niet eens kunnen worden over het jurkje van hun vroeg gestorven dochtertje en daarom besluiten maar bij elkaar te blijven.

Twee bejaarden hadden het hele gedicht uit hun hoofd opgeschreven, tien vellen papier! Anderen declameerden het voor de telefoon.

De lantaarnplaten zijn vervaardigd door de Nederlandse glasschilders en vervaardigers van Levende Modellen-series, Hermanus van Staveren en zijn zoon Jacob. Een gekleurde versie, een uitgebreid onderzoek en een beschrijving vinden we in Dutch Perspectives van Annet Duller e.a. Van Staveren was de enige Nederlander die persoonlijk Life Models producties creëerde en produceerde en hij deed dat in een relatief korte periode, totdat hij werd overspoeld door de enorme import van Engels materiaal. De man en de vrouw op de platen zouden de ouders van Van Staveren kunnen zijn, volgens Duller. Hieronder een zwart/wit versie van de platen.

De tekst van 'Het Jurkje' vindt u hier.
 



De Laterna Magica op de televisie.



 


 
De toverlantaarnvoorstelling van 'IJs Peter' in het Amsterdamse Paradiso (1970).



Een set van 23 toverlantaarnplaten gemaakt door Bamforth & Co. Engeland.
 
 
Helaas ontbreken van deze set de platen met de nrs  4, 9, 10, 13, 14, 16, 18, 20, 21 en 23.
Zie voor een andere set lantaarnplaten over IJs Peter het item Toverlantaarnplaten naar de beroemde verhalen van Wilhelm Busch.
 

 
Van den Akker voelde zich altijd sterk aangetrokken tot de magie, paranormale zaken, het onbegrijpelijke. In maart '75 organiseerde hij een Heksenverbranding op de Dam.
Ook experimenteerde hij met z.g. bandstemmen. Wanneer audiobanden worden afgespeeld dan zouden in de hierop aanwezige ruis stemmen van gene zijde te horen zijn.
Gérard A.P. van den Akker was één van de eersten die in de jaren zeventig van de vorige eeuw het licht in de toverlantaarn weer ontstak. Een pionier. Hij overleed in 2008.

 
Kinderen, wees toch wijs,
begeef u nooit alleen op ijs.

 
Krantenartikelen en andere documenten..... 
 
  English version......  Wat is er nieuw op de site?  Handleiding voor deze web site.... ©1997-2021 'de Luikerwaal'
Alle rechten voorbehouden.
Bijgewerkt tot 05-06-2021.
Naar bovenrand pagina......  Volgende pagina.....