![]() |
De toverlantaarn in Nederland. |
Deze tekst maakt deel uit van het artikel 'De toverlantaarn
in Nederland' van Daan Buddingh, verschenen in Het Photohistorisch Tijdschrift nummer 2, 2007. |
Er is tot nu toe weinig onderzoek gedaan naar het gebruik van de
toverlantaarn in Nederland. Zowel in de kinderliteratuur uit de 19e eeuw als in beschrijvingen
van bijvoorbeeld de kermis komt de toverlantaarn meestal slechts zijdelings ter sprake. Marieke de Natris
(Kèkt nâh – een onderzoek naar het gebruik van de toverlantaarn in Nederland in de context van
visuele media, doctoraal scriptie Leiden - 2002) en Vera Tietjens-Schuurman
(Van toverlantaarn tot kinematograaf - Rottevalle 1979) zijn eigenlijk
de enigen die hier uitgebreid over gepubliceerd hebben. |
|||
Grote rol voor Nederlanders Diverse Nederlanders speelden in de 17e en 18e eeuw een grote rol zowel bij de ontwikkeling van de toverlantaarn, als bij het ontwerpen van (beweegbare) lantaarnplaten. Dat geldt in het bijzonder voor de grote ![]() Een vriend van Huygens, de Hollandse Jezuïet Andreas Taquet, zou omstreeks die tijd de eerste ‘magische’ voorstelling voor een publiek hebben gegeven. Andere Nederlandse voortrekkers op het terrein van de toverlantaarn waren de ![]() |
|||
Bloeitijd De bloeitijd van de toverlantaarn loopt, ook in Nederland, van ongeveer 1840 tot circa 1900. Dat is vooral te danken aan een aantal technische verbeteringen: betere lichtbronnen (kalklicht, paraffinelamp, gaslicht, uiteindelijk elektrisch licht), betere objectieven, productie van grote hoeveelheden platen, fotopositieven op glas. Met grote lantaarns, vaak met twee of drie lenzen boven elkaar zijn voorstellingen voor honderden personen tegelijk mogelijk. Door in de lantaarn meer lenzen te gebruiken kon men beelden in elkaar laten overvloeien, zoals bij een serie chromatropen of kleurenwisselaars. ![]() ![]() ![]() In Duitsland maakt men ook kleine beweegbare plaatjes, maar de meerderheid van de grote beweegbare platen komt uit Engeland. Dat geldt ook voor de fotopositieven op glas en vooral voor de chromatropen of kleurenwisselaars: ronde glasplaten in houten vatting die –tegen elkaar in draaiend- caleidoscopische vuurwerkeffecten opleveren. In de jaren zeventig van de 19e eeuw verschijnen uitvoerige handleidingen voor het gebruik van de toverlantaarn. Een bekend voorbeeld is ‘De tooverlantaarn, de wijze van samenstelling en gebruik alsmede de kunst om een geest op te wekken door een spook’ (vertaling van 'The Magic Lantern. How to buy and how to use it; also How to raise a Ghost, by 'a mere Phantom'. Londen, Houlson and Wright, 1870). In later jaren publiceerde C.A.P.I. een hele reeks veelomvattende handleidingen en catalogi. |
|||
Huiskamervoorstellingen ![]() G. van Sandwijk beschrijft in het “Prentenmagazijn voor de jeugd”, Jaargang no. 4, 1844, een kindervoorstelling in huiselijke kring: een oom heeft een toverlantaarn meegebracht. Hij projecteert ook de plaatjes. Deze lantaarnist toont een vliegende steenuil, waarbij het vliegen wordt nagebootst door het plaatje langs de lens te bewegen; daarna een harlekijn op een koord; hij vervolgt met de geschiedenis van Pieter Spa die het kroningsfeest van koningin Victoria in Londen wil bijwonen (“hij neemt de verkeerde stoomboot en komt in Frankrijk terecht - een komische vertoning”) en met vogels die een man mee de lucht intrekken. Daarnaast zijn er afbeeldingen die kinderen angst inboezemen, zoals die van tijgers en wolven. ![]() De schrijver Jacob van Lennep beschrijft in 1857 wat hij zich herinnert van het optreden door lantaarnist Laurens, een artiest die omstreeks 1810 in en rond Amsterdam kindervoorstellingen gaf: "Laurens draaide aan het begin van een voorstelling aan zijn lier. De kinderen moesten op die muziek dansen. Daarna spande hij een tafellaken tegen een wand en zette de tooverlantaarn daar recht tegenover op een tafel. Hij stak in de lantaarn de vetkaars aan. De kaarsen in de kamer werden gedoofd. De voorstelling kan beginnen: de lantaarnist houdt voor een ademloos kinderpubliek een soort proloog over de toverlantaarn. Hij ondersteunt de vertoonde plaatjes met verhalen: bijbelse taferelen, Adam en Eva in het Paradijs, de Ark van Noach, het verhaal van de verloren zoon. Ook vertoont hij plaatjes van Jan Klaassen en diens kinderen, over militairen, over de eendjes die in het water zwemmen en over mijnheer Augustijn. Laurens eindigde altijd met het verhaal over de bakkersvrouw die tijdens een gevecht de staart van de duivel uittrekt”. |
|||
Jaarlijkse kermis De jaarlijkse kermis is in de 19e eeuw een belangrijke maatschappelijke gebeurtenis – een combinatie van informatie, vermaak, verbazing en sensatie. Allerlei kunstenaars en kunstenmakers vertonen een mengeling van ![]() Dit gebeurt ook tijdens de Amsterdamse wereldtentoonstelling van 1895. In de ochtendeditie van 19 augustus staat in Het Handelsblad: Vanaf 16 augustus werden er nogmaals vertoningen op een gespannen doek gegeven … Daar is nu weder ene gants nieuwe aantreckelyckheid gekoomen, seer bequaem om het Publieck eene eerlycke Verlustinghe toe te brengen. In de twee huyskes… wert nu dagelyks de Reuzen Tooverlantaern vertoont, ghelyck deselve verbetert geïnventeert is van den groten Edison. Men siet daer de praghtighste gesighten uyt ons lieve Vaderlandt, als oock syne const schatten, afbeeldinghen uyt het oude Amstelredam; oock lantschappen met wisselingh van Dagh ende Naght, seer wonderbaerluck om te sien … connen veeelen dienstigh syn tot Leeringhe dewyl men daer sittende, evenwel eene Reyse maekt door geheel tot tot nogh toe bekende werelt … |
|||
Opvoeding In het midden van de 19e eeuw krijgt de toverlantaarn een grotere rol in de opvoeding van het volk. Er komen stichtingen die de lantaarn gaan gebruiken om de moraal hoog te houden. De bezoeker van zo’n lantaarnvoorstelling krijgt een keur aan godvruchtige en deugdzame series voorgeschoteld. Dominees en priesters die niet zo goed uit hun woorden komen, geven in hun kerk preken met lichtbeelden. Veel van de bijbelse verhalen worden op glazen platen overgebracht. Doordat het mogelijk wordt series platen met fotografische afbeeldingen te produceren ligt een realistischer presentatie binnen handbereik. Tussen 1870 en 1910 komt daar nog een nieuw soort plaatjesseries bij: acteurs beelden een verhaal uit dat wordt gefotografeerd in een natuurlijke omgeving, of in de decorstukken van een studio. In deze zogenaamde life model series gaat het veelal om verhalen over de gevaren van alcohol, drankmisbruik, werkeloosheid en andere sociale wantoestanden. |
|||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
'Hope On', serie life model-platen gemaakt door Bamforth & Co. |
Ook zijn er vele life model series gemaakt bij allerlei bekende liederen en ook wel bij religieuze songs die in kerken werden voorgedragen en meegezongen. De bekendste producenten van deze speciale series zijn de firma’s Bamforth & Co. en York & Son. Zij maken gebruik van acteurs (plaatselijke amateurs dan wel familieleden van de fotograaf) die worden gefotografeerd in nogal primitieve geschilderde decors. Decors en decorstukken worden vele malen gebruikt in steeds andere verhalen. De foto’s worden in grote hoeveelheden op glas uitgebracht, waarbij de zwart witte fotoafbeeldingen dikwijls met de hand worden ingekleurd. Door de grotere kwaliteit van de toverlantaarns wordt de lantaarn steeds meer gebruikt in het onderwijs en voor lezingen. Dat begint eind 19e eeuw en zet zich voort tot aan de Tweede Wereldoorlog. De catalogi van uit die tijd vermelden honderden series platen over talloze onderwerpen en voor bijna alle schoolvakken. ![]() Veel van de lantaarnisten die in ons land optraden kwamen uit het buitenland, uit België, Duitsland en Frankrijk. Rondtrekkende lantaarnisten uit Belgie werden soms 'Luikerwalen' genoemd vanwege hun geboortegrond Luik in Wallonië. Een bekende Nederlandse lantaarnist was de kermisexploitant Freark Bakkerus. ’s Zomers trok hij met zijn ‘Kunstkabinet’ van kermis naar kermis. Daarin vertoonde hij onder andere stereoscopische afbeeldingen. In de periode 1890-1930 trok hij ’s winters rond om lantaarnvoorstellingen te geven in cafés en andere zaaltjes. ![]() Bakkerus werd tijdens de lantaarnvoorstellingen vergezeld door zijn neef Peter Bonnet die later in Sloten (Fr.) het toverlantaarnmuseum ‘Laterna Magica’ opzette. Dit museum bestaat nog steeds onder de naam Stedhûs Sleat. Het bevat een van de grootste collecties lantaarns en lantaarnplaten in ons land. |
Lantaarnverkoop en verhuur Een aantal fotozaken richt zich tussen 1870 en 1920 op de toverlantaarn en op de verkoop of verhuur van lantaarnplaten. Bekende voorbeelden daarvan zijn Zwartser in Haarlem, Van Senus in Rotterdam, Merkelbach in Amsterdam, Van Krefeld in Amsterdam, Charles Grabal in Maastricht en C.A.P.I. in vier steden (Nijmegen, Den Haag, Groningen en Amsterdam). CAPI werd opgericht door C.A.P. Ivens, de vader van cineast Joris Ivens. Zijn firma produceert in de jaren ![]() ![]() Naast CAPI is Merkelbach in Amsterdam een grote Nederlandse firma die lantaarnvoorstellingen mogelijk maakt. In Prijscourant nr. 1 uit 1911 schrijft Merkelbach: Teneinde aan veler verlangen te voldoen, geven wij Voorstellingen met onze Dissolving Views en Byoscope op partijen, schoolfeesten en dergelijke. Ook belasten wij ons met het projecteeren van Lichtbeelden bij lezingen en anderszins. Het honorarium voor eene voorstelling met Dissolving Views is f. 25, --, terwijl voor eene voorstelling met de Byoscope f. 60,-- wordt berekend. In de jaren ’80 van de 19e eeuw levert de firma Merkelbach een toverlantaarn aan de koninklijke familie. Plaatjes voor de jonge prinses Wilhelmina worden regelmatig geruild. |
||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Representatieve serie toverlantaarnplaten over een arme krantenjongen, gemaakt door Merkelbach & Co. Amsterdam, 8,2 x 8,2 cm vierkant. Ik interpreteer het verhaal als volgt: Het is midden in de winter. De arme krantenjongen ontmoet op straat een heer die een arts blijkt te zijn. De jongen gaat naar het spreekuur van de dokter en vraagt hem om hulp, in ruil voor zijn jas. Zijn broer is namelijk ernstig ziek. De dokter bezoekt de zieke broer; hopelijk heeft hij de jas van de jongen niet geaccepteerd. | ||
Lezingen met lichtbeelden Tussen 1870 en 1940 komen er in diverse Nederlandse steden uitleencentrales van lantaarnplaten, de zogenaamde lichtbeeldendiensten. Bekende voorbeelden daarvan: de Apeldoornsche Lichtbeeldendienst, de ![]() De opkomst van de cinematografie, vanaf ongeveer 1900, leidt tot verdwijning van de magische toverlantaarnvoorstellingen. Het via de lantaarn oproepen van illusies, het tonen van zaken waar geen verklaring voor bestond is al gauw voorbehouden aan de filmprojectie. In Nederland wordt de toverlantaarn tot aan de Tweede Wereldoorlog nog veel gebruikt. Maar steeds minder voor het amuserende en informerende magische totaalprogramma en steeds meer voor lezingen met lichtbeelden over wetenschap, verre reizen, landen en volken en ook over actuele gebeurtenissen. De toverlantaarn heeft dan nog de functie van projectielantaarn. In een brief van het Centraal Bureau voor Lantaarnplaten uit 1932 staat: “… wij vervullen zoowat de rol van ‘Openbare Leeszaal’ in lantaarnplaten voor ons hele land … het gebruik dat van de collectie gemaakt wordt is groot …” Het jaarverslag 1933 vermeldt: “… beschikken over een collectie van circa 50.000 lichtbeelden die uitgeleend worden voor onderwijs in den ruimsten zin des woords en voor sociale doeleinden …” ![]() Organisaties en individuen met een one issue doelstelling organiseerden bijeenkomsten waarin vooral de lichtbeelden publiek moesten trekken. Voorbeelden uit de periode 1893 – 1910:
|
||
![]() |
||
![]() |
||
De toverlantaarn nu ![]() Een van grootste verzamelingen van ons land is ondergebracht in museum Stedhûs Sleat in het Friese stadje Sloten. De collectie van Peter Bonnet wordt daar sinds enkele jaren getoond in een sublieme eigentijdse presentatie. ![]() Andere vindplaatsen van lantaarns en/of lantaarnplaten in ons land: het Filmmuseum in Amsterdam, het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam, diverse speelgoedmusea, Museum Boerhaave in Leiden en het Prentenkabinet van de Rijksuniversiteit Leiden. Op internet zijn heel wat boeiende sites over de toverlantaarn te vinden. In Nederland is de toverlantaarn site 'de Luikerwaal', www.luikerwaal.com, een absolute aanrader voor ieder die meer wil weten over de toverlantaarn. In Nederland zijn zeven lantaarnisten en verzamelaars lid van de Magic Lantern Society, een Engelse vereniging. Ook zij geven regelmatig lantaarnvoorstellingen. De auteur van dit artikel is een van hen. |
||
|
![]() ![]() ![]() |
©1997-2021 'de Luikerwaal' Alle rechten voorbehouden. Bijgewerkt tot 27-05-2021. |
![]() |